Over modernisme en vooruitkijken
Rupert van Heijningen, voorzitter van de stichting Nomadisch Paviljoen sprak bij de uitreiking van het eerste exemplaar van het boek 100 jaar Modern Den Haag aan Saskia Bruines, wethouder Economie, Internationaal en Dienstverlening op 6 oktober 2020:
“Ik sta hier in de plaats van Gerard van Otterloo, vanaf de oprichting voorzitter van onze stichting en oud-wethouder met hart voor de stedelijke ontwikkeling van Den Haag. Dat hart bleef voor de stedelijke ontwikkeling kloppen tot op de dag van zijn overlijden. Zijn laatste actie was het plaatsen van zijn handtekening onder de overeenkomst voor een financiële bijdrage van de gemeente aan dit boek. Kort daarna is hij onverwacht overleden.
Daarom, om Gerard te herdenken, worden er vandaag op 6 oktober twee eerste exemplaren uitgereikt. In de andere zaal zal een eerste exemplaar worden uitgereikt aan zijn broer Gerrit Jan van Otterloo, die namens de vrouw van Gerard – Betty Snoep – en hun dochters – Lisa en Janna – het boek gelijktijdig in ontvangst zal nemen.
In 1998 – vanwege het 750-jarig bestaan van Den Haag – bevond zich midden in het atrium van het stadhuis een vierkant zwevend vlak van aluminiumplaten, een soort kampement, naar ontwerp van Eric Vreedenburgh. Er werd een visuele ruimte gerealiseerd in de ruimte, zonder wanden zonder grenzen. Een digitale ruimte. Dat was het Nomadisch Paviljoen.
Een verbeelding van het leven in de stad niet van het verleden zoals zij was, maar van de toekomst, zoals zij worden zal, het verleden van de komende tijd.
Den Haag is alweer 22 jaar ouder en de stichting Nomadisch Paviljoen bestaat nog steeds. Zij wil mogelijkheden faciliteren om te verbeelden hoe in onze stad beeldende kunst, muziek, architectuur en artificial intelligence samen onze realiteit creëren in verleden en toekomst.
Eerder is uitgekomen het boek over het verleden, Schoone Eenheid, van Victor Freijser en Marcel Teunissen. Het betreft het interbellum, ofwel hoe in een samenspel van wethouder, de stadsarchitect en de directeur stadsontwikkeling en volkshuisvesting strakke spelregels werden opgesteld voor het bouwen in Den Haag.
Daarna volgde het mooie kijkboek 100 jaar Nieuwe Haagse school van Marcel Teunissen, met daarin de constatering hoe in onze tijd de toenmalige Haagse stedenbouw iconisch is geworden voor een gewaardeerd woonmilieu, waarop in de huidige tijd soms wordt teruggegrepen.
Nu werd het tijd de blik te werpen op het modernisme in Den Haag. Een interessante constatering is hoe de term ‘modern’ ook weer staat voor ‘iets van vroeger’. Modernisme is dat ‘voor oude mensen en dingen die voorbijgaan’? De ‘nieuwe’ Raadzaal van Piet Zanstra aan de Groenmarkt is alweer gesloopt en heeft plaatsgemaakt voor een veelkleurige snoeptrommel. Maar flatgebouw Nirwana is een Haags icoon en een mijlpaal geworden.
Het Bijbelboek Ezra verhaalt over de bouw van de nieuwe tempel, nadat de oude was verwoest. Er staat geschreven: “En het volk stroomde toe, verbaasde zich over de schoonheid van de nieuwe tempel en juichte .… maar zij, die de oude tempel hadden gekend, weenden .…”
Tegenwoordig is het vaak andersom: met de hedendaagse architectuur onderhouden veel Hagenaars een moeizame, gebrekkige relatie. Waar maar nieuwbouw verschijnt, wordt wel bezwaar aangetekend.
Men kent elkaar niet goed. Schaal en maat zetten de toeschouwer op afstand. Men kent vaak niet de details of wil ze niet leren kennen. Daarom is dit een mooi boek, het helpt waardering en liefde te ontvouwen voor de moderne gebouwen die ons omringen.
Dan richt ik mij nu tot de gemeente Den Haag, met dank voor de gulle bijdrage die dit boek heeft mogelijk gemaakt.
Aan wie anders zouden we dit boek beter kunnen uitreiken dan aan u, mevrouw Saskia Bruines, wethouder Economie, Internationaal en Dienstverlening in de gemeente Den Haag. Uw portefeuille omvat mede innovatiebeleid, Smart City en creatieve stad.
Het boek laat zien dat de intentie van het modernisme in wezen is: innovatie, nieuwe ontwikkelingen beproeven, in gang te zetten en geen angst te hebben om vooruit te kijken.
De gemeente broedt op haar plannen voor het Central Innovation District, het gebied hier rondom Den Haag CS. In het boek wordt daar ook aandacht aan besteed.
Innovation: vernieuwing betekent niet voortgaan op de oude voet, maar vooruitkijken.
De stad in het digitale tijdperk, aan welke behoeften moet zij voldoen? Wat zich nu in de fysieke ruimte afspeelt, in hoeverre zal zich dat in de toekomst naar de digitale ruimte verplaatsen? Door corona is dat bespoedigd ….
Betekent de digitale ruimte inderdaad verdubbeling van de openbare ruimte ? Bij wie moet nu het initiatief liggen om innovatief te denken? Bij de markt? Bij ontwikkelaars?
Of moet er toch worden teruggekeken naar de Nieuwe Haagse School, met regels en kaders, gesteld door de wethouder, stadsarchitect en de dienst Stedelijke Ontwikkeling? Welke taak ligt hier voor een dienst met de naam ‘Stedelijke Ontwikkeling’?
Voor ik u het boek overhandig wil ik nai 010 publishers danken voor de samenwerking. Dit is het tweede boek dat jullie voor het Nomadisch Paviljoen uitgeven. Het smaakt naar meer.
Dan wil ik WEST, onze gastvrouw, danken voor de gastvrijheid.
Er is geen betere plek om dit boek aan mevrouw de wethouder uit te reiken in dit gebouw van Marcel Breuer, internationaal bekend architect van het modernisme. Een open wond, geslagen door oorlogsgeweld, heeft het mogelijk gemaakt dat het gebouw hier in het statige hart van de stad is verrezen. Door de gemiddelde Hagenaar wordt het gebouw op deze plaats verafschuwd, door anderen geprezen als monument.
Hierbinnen zien we de kwaliteiten van dit gebouw en wensen wij het toe, wat het verdient: een publieke bestemming, goed gesitueerd in het museumkwartier, waar misschien niet alleen een blik op het verleden maar ook een blik op de eigen tijd en de toekomst kan worden geworpen. Mag ik u uitnodigen het eerste exemplaar in ontvangst te nemen?”